Koffie met Marloes Kemming
7 minute read
Winnaar van de Coffeecompany Book Award 2015.
Marloes Kemming won dit jaar de Coffeecompany Book Award met haar roman ‘Het kleine leven van Norbert Jones’. Over een zevenenzeventig jarige man die er achterkomt dat hij niet lang meer te leven heeft. Hij besluit een nostalgiewinkel te openen met ruim 19.000 rekwisieten die hij door zijn leven heen verzameld heeft. Alleen te koop in ruil voor een goed verhaal. Marloes legde een inspirerende weg af richting deze roman. Ze vertelde mij er alles over onder het genot van een medium latte bij CC Wibaut. Door: Nydia van Voorthuizen
Gefeliciteerd! Hoe is het om je eigen boek in handen te hebben?
"Heel tof en ook gek. Opeens heb je het idee, dat tot die tijd alleen in jouw hoofd en laptop zat, in handen en is het niet meer alleen van jou. Dat is een spannend maar ook geweldig idee."
Ben je altijd al met schrijven bezig geweest?
"Ik heb altijd wel geschreven, als kind en op de middelbare school, maar nooit heel serieus. Dat is veranderd in 2008, toen ik op wereldreis ging. Net voor die reis kwam ik op een feestje iemand tegen die van die typische damesromans schreef. Echt in de categorie ‘dokter wordt verliefd op zuster, er is een probleem en een happy end.’ Ik mocht een proefstuk opsturen en heb toen tijdens mijn reis bijna iedere maand zo’n verhaal geschreven onder een pseudoniem. Dan zat ik ergens op een eiland een dag of drie te typen en kon ik weer een maand verder. Uiteindelijk ben ik drie jaar weggeweest. Dit schrijven lag me qua onderwerp niet zo nauw aan het hart, maar heeft me wel een soort van schrijfdiscipline bijgebracht. En ik merkte dat ik het heel prettig vond om me zo terug te kunnen trekken in een wereld in mijn hoofd. Het was echt een droombaan voor op reis!
In die periode heb ik ook vier maanden in de boekwinkel Shakespeare and Company in Parijs gezeten. Je mag daar gratis logeren als je een lezer of schrijver bent. Ze noemen je dan een tumbleweed. Overdag help je twee uur per dag in de winkel, ‘s avonds slaap je er met zo’n acht anderen op bedjes tussen de boekenschappen. Na sluitingstijd zaten we dan in de bibliotheek een beetje te lezen, praten, gitaar te spelen, wijn te drinken en dingen die je overdag geschreven had aan elkaar voor te dragen. Toen ik er net kwam, zaten er zes jonge jongens, die we ‘de jonge Hemmingways’ noemden, met grote literaire ambities. Iedereen was er alleen maar bezig met lezen, literatuur en schrijver willen worden. Die plek heeft me in die zin gevormd dat ‘een boek schrijven’ opeens weer een optie leek, iets om na te streven in plaats van een kinderdroom."
Is toen ook het idee voor Norbert ontstaan?
"Ik ben daar geloof ik aan wel achttien boeken begonnen, ik schreef allerlei losse scènes en flarden, kon me niet zo goed op één ding concentreren. De winkel van Norbert heeft een beetje hetzelfde gevoel als Shakespeare and Company en een aantal scènes die ik daar schreef zijn uiteindelijk omgebouwd tot winkelscènes. Maar het grootste deel van het proces kwam pas een halfjaar nadat ik terug was en in Amsterdam woonde. Toen ik een beetje tot rust was gekomen ben ik bij een schrijfclubje gegaan. Daar moest ik iedere drie weken iets inleveren en op een gegeven moment leverde ik steeds vaker Norbert in. Eerst dacht ik: het is een fragment. Of toch een kort verhaal? Zal ik het uitwerken tot een lang verhaal? Oh, misschien is het toch wel een boek. Zo is het geleidelijk gegaan. Op een gegeven moment weet je zo goed hoe je karakter in elkaar zit dat de rest ook logischer volgt. Ik heb toen nog anderhalf jaar echt serieus aan Norbert gewerkt tot de prijsuitreiking van de Coffeecompany Book Award."
Is het waar dat je schrijvers bij de Coffeecompany vindt?
"In mijn geval wel, ik schrijf het liefst in cafeetjes. Ik woon in west en zit vaak bij Coffeecompany Kinkerstraat en de nieuwe winkel op de Admiralengracht. Thuis heb ik last van schrijfontwijkend gedrag. Ik schrijf weliswaar graag -als ik er eenmaal inzit gaat de tijd langzamer en ben ik echt in de wereld van mijn verhaal wat een heel fijn gevoel is- maar ik moet me er op zaterdagmorgen wel toe zetten om op te staan en aan het werk te gaan. Dat je eerst nog even iemand gaat bellen, een wasje draait, nog maar een kop koffie zet, een aflevering van Orange is the new black kijkt, en ok, nog ééntje dan… En voor je het weet is het half zeven en heb je alweer een eetafspraak. Op café krijg ik die kans niet. Ik kijk daar hooguit even rond, ben soms een beetje aan het dagdromen, maar dan denk ik: oh ja ik was iets aan het doen, en ga ik weer verder. Dus voor mij werkt buitenshuis het allerbeste.
De wedstrijd had ik vorig jaar al eens aangeplakt gezien in de CC bij mijn huis, maar op dat moment had ik alleen nog maar losse flarden en geen tijd het nog voor de deadline verder uit te werken. De maanden daarna ben ik echter alles achter elkaar gaan zetten en gaan herschrijven, keer op keer. Vooral met het het idee dat ik een keer iets echt af wilde maken, iets waar ik achter stond. Toen het bijna af was zag ik bij toeval via Facebook de wedstrijd van dit jaar voorbij komen en dacht: nu waag ik een poging. Tien minuten voor de deadline stuurde ik het in."
Had je verwachtingen van de wedstrijd?
"Tussen inleveren en de uitreiking zat best een tijd en omdat ik dacht dat ik toch niet op de short list stond ben ik verder gaan werken aan Norbert. Ik had een poging gewaagd, was trots dat ik zo dapper was geweest en ging weer door. Dat ik de wedstrijd uiteindelijk won was een enorme verrassing. Ik was zo blij!"
Hoe combineer je schrijven met je baan?
"Ik ben communicatieadviseur voor De Wijde Blik, we doen vooral projecten op het gebied van vastgoed en stedelijke ontwikkeling. Bij mijn sollicitatie werd er gevraagd of ik vier of vijf dagen wilde werken. Ik heb toen voor vier gekozen, zodat ik ook tijd aan schrijven kon besteden. Op dat moment was dat best eng. Waarom zou ik maar vier dagen gaan werken? Ik heb geen kinderen, het leven in Amsterdam is duur en is vijf dagen niet beter voor je carrière? Het is moeilijk om dan zo bewust te kiezen voor wat toen nog echt een ‘hobby’ was, maar een deel van mij dacht: als ik er niet eens in geloof, wie dan wel? En als ik het nooit prioriteit geef, dan weet ik dus nooit of ik het in me heb om een boek te schrijven."
Heb je een vaste schrijfdag?
"Ja, de woensdag, maar ik neem mijn laptop altijd mee in mijn handtas, dus schrijf ook in de trein, tussen afspraken door of wanneer ik op het vliegveld zit te wachten. Ik geloof niet in een vlaag van inspiratie, op welk vlak dan ook. Als ik ging zitten wachten tot ik precies weet wat ik moet doen zou ik nooit mijn bed uitkomen. Je moet gewoon beginnen. En jezelf niet meteen de verwachting opleggen dat het in één keer goed moet zijn, dat werkt in mijn geval vooral verlammend. Een geruststellende gedachte vind ik de statistiek dat het 10.000 uur kost voordat je ergens goed in bent. Ik weet niet of dat getal echt klopt, maar het is lekker om te denken dat het alleen maar beter wordt door te oefenen."
Wat is je grote tip voor iemand die de volgende editie zou willen winnen?
"Ik denk dat je helemaal geen tips moet volgen. Er worden zoveel dingen geroepen over hoe je zou moeten schrijven. En dan? Misschien doe je dan technisch alles goed, maar raakt het verhaal de lezer niet, of juist andersom. Het enige wat ik zelf wel echt geleerd heb is om één ding te kiezen en niet aan acht projecten tegelijk te prutsen of halverwege je verhaal iets helemaal om te gooien, omdat je iets nog beters bedacht hebt. Dat betere is vaak gewoon iets heel anders dat niet past bij wat er al staat. Op die manier begin je stiekem aan een nieuw project. Dat heb ik zo lang gedaan, waardoor er niets uit mijn vingers kwam. Hoe je het uiteindelijk opschrijft moet je zelf beslissen. Tips over opbouw of plot of de klassieker ‘show don’t tell’ zeggen wat mij betreft niets. Wie bepaalt wat er wel en niet mag? Doe wat voor jou werkt en wat je zelf fijn vindt. Je bent er lang mee bezig en dus kun je de tijd dat je eraan werkt maar beter plezier hebben in wat je doet. Als je het alleen voor het eindresultaat doet, wordt het wel een erg lange weg."